Gobelins, het 13e arrondissement van Parijs


13-uitgelichtheeft als middelpunt het Place d’Italie, een groot rond plein met leuke cafeetjes. Manufacture Royale de Gobelins is nu een museum, maar was vroeger de werkplaats waar alle wandtapijten voor Versailles (en meer) werden gemaakt. Het Hôpital de la Salpêtrière is een modern ziekenhuis, maar heeft een vreemde en interessante geschiedenis. De meeste ‘bezoekers’ in het 13e arrondissement trekt de nieuwe Bibliothéque Nationale de France, een prestigeobject van François Mitterrand. Het is tevens het domein van de Chinese bevolking in Parijs, de jaarwisseling is altijd een spektakel.

13e

parijsmijnstad_nieuw-zonderlijn


Manufacture Royale des Gobelins

Gebouwd: 1601
Opdrachtgever: Hendrik IV
icono-mapa-65

quote2-iconDe fabriek voor wandtapijten werd officieel opgericht in april 1601 door Henry IV, op aandringen van zijn adviseur Trade Bartholomew Laffemas. De reden was heel simpel, de kosten drukken door minder dure tapijten te halen vanuit het buitenland. Het jaar 1662 is van groot belang voor de geschiedenis van de toegepaste kunsten in Frankrijk door de stichting van de Manufacture Royale des Gobelins. Lodewijk XIV kocht daarom de ververij van Philibert Gobelin een ondernemer die een aantal jaren daarvoor een nieuwe techniek had uitgevonden voor het verven van wandtapijten. De ververij lag aan de oevers van het riviertje de Bièvre, een rivier die nu geheel is verdwenen onder grond. De fabriek moest en zou een succes worden, er kwam zelfs een importverbod voor wandtapijten, men mocht alleen nog maar hier kopen.

Deze werkplaats leverde meer dan drie eeuwen magnifieke wandtapijten onder de naam Gobelins. De geweven wandtapijten uit de Gobelins kregen zo’n grote faam, dat de neiging ontstond elk wandtapijt een Gobelin te noemen, of het nu wel of niet hier geweven is.
Minister Colbert, de minister van Lodewijk XIV, concentreerde in de Gobelins de over Parijs verspreide weverijen met getouwen met staande of liggende ketting, de ‘haute’ en de ‘basse lisse’. In 1667 werd de Manufacture Royale des Meubles de la Couronne gesticht. Naast wandtapijten werden er nu ook meubels voor het hof gemaakt. Er werkten meubelmakers, edelsmeden, mozaïekmakers en andere ambachtslieden. Deze waren nodig voor de inrichting van de paleizen van Lodewijk XIV en wel speciaal voor het meubileren van Versailles.

Tegenwoordig worden hier de de weefgetouwen gepresenteerd waarop tapijten worden geweven aan de hand van oude technieken. Je kan er verschillende workshops doen, waar je leert om tapijten te weven.

parijsmijnstad_nieuw-zonderlijn


Place d’Italie

Aangelegd: 1860
Opdrachtgever: baron Haussmann
icono-mapa-65

quote2-iconHet Place d’Italie dankt zijn naam aan de nabijheid van de Avenue d’Italie. Deze straat was al vanaf de 2e eeuw het begin van de weg die van Parijs naar Italië leidde. Tegenwoordig maakt de straat deel uit van de Route Nationale 7, één van de langste (1004 kilometer) nationale wegen van Frankrijk. De N7 begint bij het officiële nulpunt van de Franse wegen op het Place du Parvis de Notre-Dame en loopt door tot aan de Italiaanse grens.

Totdat Baron Haussmann in de 19e eeuw Parijs liet uitbreiden, stond op de plaats van het plein een poort die deel uitmaakte van de Mur des Fermiers Généraux. Deze muur scheidde Parijs van Gentilly en was gebouwd om handelaren te dwingen tol te betalen bij één van de tolhuizen. De twee tolhuizen die op het Place d’Italie stonden, waren ontworpen door de architect Claude Nicolas Ledoux. Deze tolhuizen waren al in 1789 in brand gestoken, maar zijn pas in 1877 definitief afgebroken. Op deze plek is op 25 juni 1848 generaal Bréa door opstandelingen gevangen genomen, waarna hij op de avenue d’Italie werd omgebracht.
Doordat de stad Parijs zich geleidelijk uitbreidde en de poort in 1860 zijn functie verloor, ontstond er ruimte voor een groot rond plein dat dezelfde functie moest vervullen als het Place de l’Étoile aan de andere kant van Parijs. Het bestaande plein werd daarom uitgebreid met de grond van de tolhuizen en een deel van de boulevards des Gobelins, d’Italie en d’Ivry.

Op het plein is altijd wel wat te beleven. Het ligt op een belangrijke route van de metro, waar de lijnen 5,6 en 7 elkaar kruizen. Boven de grond vindje een filiaal van Printemps, één van de grote warenhuisketens van Parijs. Een grote diversiteit aan winkels, bioscopen, hotels, restaurants, bars en terrasjes maken het geheel compleet. Ook staat hier het gemeentehuis (zie foto) van het 13e arrondissement.

parijsmijnstad_nieuw-zonderlijn


Sainte Anne de la Butte aux Cailles

Gebouwd: 1894
Architect: Bobin
icono-mapa-65

quote2-iconDe katholieke parochiekerk lag voor de nieuwe stadsindeling in de gemeente Gentilly en was de vervanger van een houten kerkje die hier sinds 1847 stond, maar de gemeente groeide en er was dringend behoefte aan een grotere kerk. De stadsvernieuwer van Napoleon III, baron Haussmann, besliste in 1865 dat hier op het hoogste punt van de wijk (La Butte) moest worden gebouwd. Helaas ging het plan, door de val van het keizerrijk, niet direct door. Uiteindelijk wordt dan in 1894 de eerste steen gelegd door aartsbischop Richard. Het geld voor de torens wordt geschonken door de familie Lombart, rijke kooplieden die in de avenue de Choisy de eerste chocoladefabriek (1760 – 1957) van Parijs én heel Frankrijk hadden.

Het had maar weinig gescheeld of de kerk had er helemaal niet meer gestaan. Op 20 oktober 1915 explodeert een klein stukje verderop in de rue de Tolbiac een kruitfabriek met als gevolg 48 doden en meer dan 100 gewonden. Dat de explosie heftig was bleek wel uit het feit dat er op de binnenplaats van de kerk een lichaam lag dat 200 meter door de lucht was geslingerd. Dat de kerk er nog staat was misschien wel een godswonder, het had behoorlijk wat beschadigingen en veel kapot glas, maar alles was in 1920 weer gerestaureerd. Als je in de buurt van de kerk (richtng het oosten) aan de rechter kant gebouwen ziet zoals zoveel in Parijs en aan de linker kant van de straat lelijke betonnen flats, …….daar dus.

Tegenwoordig zijn er geen kruitfabrieken meer in de rue de Tolbiac, maar wel opvallend veel bakkers en chocolade, de ene etalage nog lekkerder uitziend dan de ander. Misschien dan toch iets met die chocoladefabriek te maken? Van veraf kun je de twee symetrische torens, 55 meter hoog, al zien rue de Tolbiac. Als de deuren openstaan zeker even naar binnen gaan, de moeite waard.

Boulevard Kellermann ligt aan de zuidkant van het 13e arrondissement

parijsmijnstad_nieuw-zonderlijn


Hopital Salpétrière

Gebouwd: 1656
Architect: Libéral Bruand

Opdrachtgever: Lodewijk XIV
icono-mapa-65

quote2-iconHet kan soms raar lopen met een gebouw, zo ook met dit wat ‘verborgen’ ziekenhuis, vlakbij Gare d’Austerlitz. Het werd gebouwd in 1656, de tijd van Lodewijk XIV, met als doel een buskruitfabriek. Voor buskruit heb je salpeter nodig, vandaar zijn huidige naam. Architect Libérale Bruand ontwierp een geometrisch gevormd gebouw rond een vierkante binnenplaats. Na enkele jaren wordt het gebouw in gebruik genomen als opvoedcentrum, maar dan speciaal voor vrouwen. Zwerfsters, bedelaarsters en vrouwen die geestesziek waren werden hier naartoe gebracht nadat ze van de straat waren geplukt. Men had de ijdele hoop hierdoor het verpauperde straatbeeld te verbeteren. Het werd echter een grote doffe ellende, zeker toen het in 1680 ook nog eens een gevangenis werd voor prostituees. Iedereen vocht met elkaar, de hygiëne was diep en diep triest en eigenlijk werd niemand behandeld. Er zijn verhalen dat de geesteszieke vrouwen werden vastgeklonken aan de wanden van hun cel en de ratten vrij spel hadden. In de 18e eeuw werd La Salpêtrière gebruikt als wachtkamer voor deportatie van mensen naar Canada en de Verenigde Staten. Pas na de revolutie heeft het gebouw zijn huidige functie als ziekenhuis gekregen.

In 1964 fuseerde de instelling met het Hôpital de la Pitié en heet tegenwoordig Hôpital de la Pitié-Salpêtrière. Het is natuurlijk nu niet meer zo als vroeger en vele beroemdheden zijn hier voor een ‘bezoek’ geweest. Michael Schumacher, Ronaldo, Alain Delon, Gérard Depardieu, Prins Rainier van Monaco en Jacques Chirac kreeg hier zijn pacemaker in 2008. Ook zijn hier bekende mensen overleden, Josephine Baker in 1975 en voormalig Tour winnaar Laurant Fignon in 2010, maar in 1997 werd dit ziekenhuis ongewild wereldnieuws. Na het gruwelijke ongeval in tunnel d’ Alma werd Prinses Diana overgebracht naar Hôpital de la Pitié-Salpêtrière. Ze is hier overleden op 31 augustus 1997.

Je kunt gewoon naar binnen lopen en heerlijk in het gras of op een bankje in de binnentuin een broodje eten. Kijk om je heen en je kunt je niet voorstellen dat hier in het begin van de 19e eeuw maar liefst 7.000 vrouwen op een minder plezierige wijze werden verzorgd, nou ja, verzorgd(?!).

parijsmijnstad_nieuw-zonderlijn


Bibliothéque Nationale de France

Gebouwd: 1989-1996
Architect: Dominique Perrault
Opdrachtgever: François Mitterrand
icono-mapa-65

quote2-iconOnder het bewind van François Mitterrand werden plannen gemaakt voor een nieuwe bibliotheek. De oude bibliotheek knapte uit z’n voegen met meer dan 13 miljoen boeken, 350.000 krantentitels en daarnaast nog zo’n 20 miljoen documenten in verschillende bijzondere collecties. Zoals als al zijn voorgangers wilde ook Mitterrand zijn stempel drukken op de stad Parijs. Tja, en dan bouw je natuurlijk niet zomaar een bibliotheek, maar een grote, een hele grote. Mitterrand kondigde zijn grootse plan aan tijdens Quatorze Juillet in 1988, de herdenkingsdag van de Franse Revolutie.

De architect Dominique Perrault kreeg In juli 1989 de opdracht om een ontwerp te maken. Het werd rechthoek van ongeveer 60.000 m2 met vier L-vormige torens. Voor de rookpauze een park van circa 12.000 m2 in het midden. De torens hebben namen naar het deel van de verzameling dat erin is opgeslagen:

• Tour des temps (Toren van de tijd)
• Tour des lois (Toren van de wetten)
• Tour des nombres (Toren van de getallen)
• Tour des lettres (Toren van de letters)

Zoals altijd trad ook hier tijdens de bouw vertraging op. Door het vele glas was de airconditioning een groot probleem en een zeer kostbare zaak. Uiteindelijk werd het complex op 20 december 1996 geopend. Pech voor Mitterrand, die was ruim elf maanden eerder overleden, op 8 januari 1996 en heeft dit mooie complex dus nooit mogen aanschouwen.

De foto is genomen vanaf de wandelbrug Passerelle Simone-de-Beauvoir. Hiervandaan kun je de oversteek maken naar het mooie Parc de Bercy.


Veel straatjes in het 13e hebben hun dorpse karakter nog weten behouden, zo ook rue Dieulafoy



→ Naar het 14e arrondissement

→ Naar boven

→ Naar HOME