Het stadje is de hoofdstad van de Tierra de Campos, een streek binnen de steden Valladolid, Leon en Burgos. Het is een oud vestingstadje, de Zamorapoort en de Ajucarpoort -uit de 12e eeuw- zijn het bewijs een roemrijk verleden. De omgeving was al bewoond in de neolithische tijd, maar de bloei van de stad begon in de vroege 14e eeuw. Mede dankzij de rechten op het houden van beurzen en markten, werd de stad bewoon door vele handelaren.
In 1421 werd de Ordenanzas de Aposentamiento de Feriantes, vergunningen van de standplaatsen aan de handelaren, uitgegeven en waren het vooral de rijke kooplieden die in Medina kerken en paleizen lieten bouwen. Hoe raar het ook mag klinken, maar het was ook het hoofdkwartier van de admiraliteit van het Castiliaanse koninkrijk in de 15e eeuw, raar omdat het 200 kilomer van zee was verwijderd. Van vel mensen die terugkeerden uit het toen net ontdekte Amerika kreeg de stad hierdoor vele schenkingen. Ook werd de stad het hoofdkwartier van de zilverhandelhandel die uit Indië werrd gehaald. In het midden van de 17e eeuw gaf koning Filips IV Medina de Rioseco haar stadsrechten. Medina de Rioseco staat ok bekend om zijn Semana Santa tijdens de Paasweek, op Witte Donderdag wordt een processie gehouden. de man heette Karel V
Er zijn een aantal kerken van betekenis. De iglesia Maria de Mediavilla, ligt in het centrum van de stad en is gebouwd tussen 1490 en 1516.
De iglesia Santiagoen de iglesia Santa Cruz werd gebouwd in 16e eeuw naar de hand van Rodrigo Gil de Hontañón.